Onduidelijkheid over invulling publieke taak college tijdens Coronatijd

OPA ontving de afgelopen weken meerdere meldingen van inwoners en gesprekspartners van de gemeente over uitgestelde communicatie en het niet kunnen maken van afspraken met leden van het college. Zo werd ons gemeld dat het collegesecretariaat aan heeft gegeven dat tot 1 december een ( fysieke) afspraak met een van de wethouders niet mogelijk zou zijn.
Navraag leverde vooral onduidelijkheid op. Soms werd gecommuniceerd dat alle wethouders tot 1 december thuiswerken en er tot die tijd in beginsel geen persoonlijke gesprekken plaatsvinden, omdat de RIVM-richtlijnen strikt worden nageleefd door de gemeente Alkmaar. In andere gevallen stelt het college overleg uit tot na 1 september en ook zijn ons enkele gevallen bekend waarin leden van dit college wel in persoonlijk overleg getreden zijn met inachtneming van de anderhalve meter maatregel.

Dit alles verbaast ons nogal, vooral omdat andere medewerkers wél gewoon geacht worden direct in persoonlijk gesprek of contact met inwoners en/of medewerkers te treden. Ook veel andere beroepen kunnen ( en moeten ) uitgevoerd worden, denk aan buschauffeurs, agenten, handhavers, horecapersoneel en mensen in de zorg en in het onderwijs.

In onze ogen is het wethouderschap een publieke functie, die met zich meebrengt dat er ook direct contact moet kunnen zijn tussen het gemeentebestuur en haar inwoners. Ook in Coronatijd. De burgemeester heeft hier gehoor aan gegeven, onder andere door interviews ‘over de heg’ tijdens de periode van grote beperkingen. En ook de gemeenteraad zelf heeft zich zelf zeer sterk uitgesproken voor fysieke bijeenkomsten als het gaat om commissie- en raadsvergaderingen.


De vraag is dus wat onze wethouders doen. Hoe zien zij hun publieke taak?


OPA heeft daarom de volgende vragen volgens art. 42 RvO:
 

  1. Klopt het dat het collegebeleid is dat de wethouders tot 1 december 2020 geen persoonlijke gesprekken inplannen? Dit in tegenstelling tot veel andere functies binnen en buiten de ge meente?
     
  2. Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot het het goed kunnen uitoefenen van de publieke functie en het contact onderhouden met inwoners en de samenleving?
     
  3. Hoe verklaart u dit verschil in interpretatie van de RIVM- richtlijnen bij verschillende func ties?
     
  4. Hoe verhoudt zich deze omgang met de richtlijnen tot de voorkeur van de gemeenteraad om juist wel fysiek te overleggen?



Vriendelijke groet,


Ruud van Lier
Onafhankelijke Partij Alkmaar